Inhoudstafel
Aanloop naar KSA
De eerste Vlaamsgezinde studentenverenigingen
In 1836 werd onder impuls van Jan-Baptist David aan de Universiteit van Leuven een eerste katholieke Vlaamse Studentengilde opgericht: “Met Tijd en Vlijt”. Een jongerenbeweging in de echte zin was het nog niet, want niet-studenten vormden een niet-onaanzienlijk deel van het ledenbestand en het bestuur. Deze gilde had veel contacten met priester-leraars in de plaatselijke colleges en kon zo een grote invloedssfeer opbouwen.
In de volgende decennia ontwikkelden zich aan verscheidene colleges studiekringen. Buiten de lesuren konden geïnteresseerde leerlingen samenkomen in deze studiekringen.
De Blauwvoeterij
Deze tendens raakte in een stroomversnelling en de onderlinge contacten tussen de verschillende studentengilden leidden tot de eerste overkoepeling.
In Oost-Vlaanderen was het Klein-Seminarie van Sint-Niklaas toonaangevend voor de ontwikkeling van een Vlaams bewustzijn bij scholieren en studenten. De Vlaamse Studentenbond “De Klauwaerts” kreeg er alle kansen om een bloeiende werking uit te bouwen. Dragende kracht was student Amaat Joos. Hij smeedde contacten met de studentengilde van het Klein Seminarie van Mechelen, “De Jonge Taalvrienden”. Ze zochten ook contact met de leerlingen van het Klein Seminarie van het West-Vlaamse Roeselare. De Roeselaarse leerlingen kwamen in de ban van de kerelsromantiek. Hieruit haalden ze ook de bekende leuze “Vliegt de Blauwvoet! Storm op zee!”, vandaar ook de naam Blauwvoeterij.
Katholiek Vlaams Studentenverbond
De tijd was rijp voor een tweede poging om de krachten te bundelen. Op 15 juni 1890 vond de oprichtingsvergadering van het Katholiek Vlaams Studentenverbond plaats. Het waren echter geen studenten, maar wel de volksvertegenwoordiger Joris Helleputte, de arts August Laporta en de Gentse advocaat Hector Lebon die de touwtjes in handen hadden. Er was een sterke verhevenheid met de Vlaamse Katholieke Landsbond, waarin de studenten als het ware hun grote broer zagen. Samen ijverden ze voor de “terugkeer van het volk naar een katholiek Vlaanderen”.
Het AKVS
Na 1893 was er van een overkoepelend Vlaams studentenverbond geen sprake meer, maar de studentenbeweging bleef zich verder ontwikkelen. Vanaf 1894 leefde de studentenbeweging in de bisdommen terug op en was grotere activiteit merkbaar. In 1895 kende Oost-Vlaanderen als eerste provincie opnieuw een gouwbond: Katholieke Vlaamsche Jongstudentenbond van Oost-Vlaanderen.
Omstreeks de eeuwwisseling waren er opnieuw overkoepelende gouwbonden. De tijd was rijp voor een derde maal een overkoepeling op te starten. Op 30 augustus 1903 werd in Sint-Niklaas de stichtingslanddag van het Algemeen Katholiek Vlaams Studentenverbond (AKVS) gehouden. kort voor de Eerste Wereldoorlog kwam reactie van een strekking die vond dat de Vlaamsgezindheid verdronk in allerlei sociale en godsdienstige nevenbewegingen en dat de beweging zich liet inkapselen door de kerkelijke overheid. Deze reactie wordt na de Eerste Wereldoorlog nog versterkt door de Frontbeweging en het activisme. Vooral na 1921 komt deze ontwikkeling in een stroomversnelling. Deze stroomversnelling leidde in 1924 tot studentenprotest in Leuven. Er ontstond een conflict met de bisschoppen.
Bisschop Martinus Rutten van Luik reageerde als eerste. Zijn oplossing was de beweging los te maken van de AKVS-leiding in Leuven en rechtstreeks onder zijn gezag plaatsen. In 1925 kwam hierdoor in Limburg een bisschoppelijk goedgekeurde studentenbeweging. Dit spoor zou later ook in Oost-Vlaanderen gevolgd worden bij de stichting van de KSA.
KSA in de 20ste eeuw
De studentengilde van Zwijndrecht
In de zomervakantie van 1926 werd te Zwijndrecht een Katholiek Vlaams Studentengild gesticht. De Zwijndrechtse en Burchtse studenten sloten tevoren aan bij de Beverse gilde ‘Vlaams en Vrij’.
Deze jonge studentengilde was aangesloten bij het AKVS. Als vakantiebond hield men tijdens de vakanties wekelijkse vergadering op donderdag. In de paas- en zomervakantie hielden ze vaak fietstochten. Ze gingen ook vaak op bedevaart naar Gaverland en waren trouw van de partij op gewestdagen of gouwdagen van het AKVS. Ze maakten zich ook nuttig in de parochie en organiseerden toneelopvoeringen. Na de opvoering van het stuk Priestereed (over de Boerenkrijg) in 1928 dat veel bijval oogstte, doopten ze hun gilde “Vlaamsche Kerels”.
JVKA
Vanaf de zomer van 1927 begon de clerus in het aartsbisdom werk te maken van het Jeugdverbond voor Katholieke Actie (JVKA). Op 11 april 1928 werd het JVKA officieel gesticht. Ook collegestudenten moesten meedoen met de Katholieke Actie. Maar zij hadden reeds een organisatie: het AKVS. En het AKVS wou haar Vlaams-nationalistische standpunten niet laten varen. Het conflict met het AKVS escaleerde. Hieruit zou een nieuwe organisatie groeien: de Katholieke Studentenactie (KSA). De Katholieke Actie vormde voor de kerkelijke overheid dus een welkom alternatief voor het rebelse AKVS.
De stichting van KSA
In de beginjaren van de Katholieke Studentenbeweging (KSA) werden er twee vormingsstrategieën gehanteerd tegenover de studentenbeweging. De ene was van bisschop Karel Dubois uit West-Vlaanderen. Deze strategie was gericht op de vorming van nieuwe, kerkelijk-strijdende kernen naast de bestaande AKVS-bonden. in 1933 moesten AKVS-bonden het onderspit delven doordat Karel Dubois zich negatief opstelde tegen de bonden door hun anti-Belgische houding. De andere strategie ,van bisschop Martinus Rutten uit Limburg, heeft langer stand gehouden omdat aarsbisschop Van Roey geen maatregel nam tegen de AKVS. deze strategie legde de nadruk op het behoud van de oude kerkelijk-strijdende en Vlaamsgezinde studentenbeweging. In de loop van de jaren ontstonden er twee varianten van KSA: de kerkelijke studie- en actiebeweging gericht tegen secularisering en de bredere vormings- en actiebeweging in de trant van de oude Katholieke Vlaamse Studentenbeweging. De strijd tussen AKVS en JVKA kwam in 1929 tot een hoogtepunt, toen bisschop Coppieters alle collegestudenten verbood lid te zijn van jeugdgroeperingen die niet waren aangesloten bij het JVKA. Waardoor de meeste groepen uit Oost-Vlaanderen zich formeel aansloten bij het JVKA waaronder KSA Zwijndrecht. 1932 was het gedaan met de AKVS doordat alle studenten die nog in de bond zaten zich hadden aangesloten bij de JVKA.
Jong-Vlaanderen: KSA wordt jeugdbeweging
In 1931 sloot de Zwijndrechtse studentenbond zich aan bij het JVKA, maar de werking bleef hetzelfde. Na 1935 verzwakte de werking en werden er geen toneelopvoeringen meer georganiseerd. In 1937 vaardigde het gouwbestuur het “Guldensporenprogramma” uit, waarmee KSA-bisdom Gent de weg van de jeugdbeweging insloeg. Het programma zorgde voor een vernieuwde methodiek en leden aangroei. De KSA-bisdom Gent werd voortaan KSA-Jong-Vlaanderen genoemd en de leden werden ingedeeld in drie geledingen: Voorknapen, Knapen en Kerels. Het vendel vormde de kern van de werking. De jeugdbeweging werd gezien als middel om het Katholieke Actie-doel te bereiken en het accent verschoof naar de vorming van de eigen leden in een “jongvlaamse christelijke stijl”. Het openluchtleven werd de motor van de groepsvorming. Het Guldensporenprogramma zorgde voor samenwerking tussen de verschillende KSA-gouwen, die in 1943 leidde tot de stichting van de Interdiocesane Federatie KSA-Jong-Vlaanderen. Een groot deel van het Guldensporenprogramma werd overgenomen, maar er moesten compromissen worden gesloten over de benamingen van de bannen. Zo werden de Oost-Vlaamse kerels nu Hernieuwers en de West-Vlaamse Klaroeners nu Knapen genoemd.
Bloei en ondergang der Vlaamse Kerels
De KSA in Zwijndrecht had in de jaren 30 weinig vernieuwing en diepgang in hun werking, maar vanaf 1939 onder bondsleider Albert Van Proeyen werden er meer vorming en diepgang toegevoegd. In maart 1940 werd het tijdschrift ‘Kerelsblad’ uitgegeven en Henri Van Wauwe organiseerde aparte activiteiten voor de Knapen. Tijdens de oorlog waren er beperkingen op uniformen en optochten, maar de ledenaantallen groeiden. In 1943 ging de bond voor het eerst op kamp naar Kalken en werd de muziekkapel ‘Studentica’ opgericht. Na de bevrijding in november 1944 werd de werking hervat. Het hoogtepunt van de bond was in 1944-1946, maar daarna ging het bergafwaarts.
KSA in crisis
De hele KSA kreeg het in de naoorlogse periode moeilijk. Gauw bleek dat de tijden waren veranderd: het was nu niet meer vanzelfsprekend om voor zijn Vlaamsgezindheid uit te komen. Hoewel de werking tijdens de oorlog veel meer op de KA gericht was, ondervond de KSA toch vaak tegenwind omwille van haar Vlaams karakter. Vooral de links georiënteerde pers liet niet na verdachtmakingen inzake collaboratie te uiten. Hoewel KSA als organisatie helemaal niet in dat vaarwater was terecht gekomen en ook de alleenstaande gevallen zeker niet talrijk waren, zou de beweging bij velen een “zwart” imago opgeplakt krijgen. De aandacht voor stijlelementen en de Vlaamse romantische belevingswereld droegen daartoe bij. Het Arteveldeprogramma uit 1947 kon de steile neergang niet keren. Voor KSA-Jong-Vlaanderen braken moeilijke tijden aan. Ook de gewestwerking zonk in een diepe put. Het bestuur was uitgedund en gewestdagen trokken nog weinig volk uit de bonden. De regionale samenhorigheid was verleden tijd. In 1951 was er praktisch geen sprake meer van gewestwerking in het Waasland. Ondertussen bleven van de meer dan tien Wase KSA-groepen in 1951 maar een drietal over. In werkingsverslagen van KSA Waasland uit het werkjaar 1950-1951 lezen we over KSA Zwijndrecht “bond die praktisch niet meer bestaat: ledengebrek” en “op de fles, indien rijp annexeerbaar door Beveren, maar dat telt reeds zes gemeenten!”. De bond legde er dat jaar het bijltje bij neer. Dan blijft het even stil op KSA-gebied in Zwijndrecht. Maar niet lang daarna zou de bond heropgericht worden.
De heropbouw van KSA
Na de crisis werd er toch veel moeite gedaan om KSA weer te doen heropleven. Centraal hierin stond de samenwerking tussen verschillende niveaus, gouw, gewest en bond. Ook werd er weer een stap gezet richting de “authentieke” jeugdbeweging door de Jongknapen een werking te geven.
De herstichting in Zwijndrecht
Terwijl de collegebond in Sint-Niklaas goed verliep, was er ruimte gekomen om te kijken naar de herstichting van onze Vlaamse Kerelsbond in Zwijndrecht. De twee namen, Paul Staes en Honoré Verhelst, die op dat moment in de Sint-Niklase bond zaten maar toch ook de Vlaamse Kerelsbond hebben gekend, zijn belangrijk in dit verhaal. Want zij zorgden in de paasvakantie van 1954 samen met Willy Wauters voor de herstichting van de bond “Vlaamse Kerels” in Zwijndrecht. Paul Staes werd de eerste bondsleider. We kregen een vliegende start door de vele steun. Het contactblaadje “Ronde” werd geïntroduceerd.
Dit was te zien aan de verschillende geslaagde acties en evenementen. Zo werd er na de aftrede van Paul Staes als bondsleider een lokaal gebouwd in de Laarstraat en een groot wafelfestijn georganiseerd. Ook was er de terugkomst van “Het Daghet”, nog tot vandaag ons bondsblad.
We kenden nog meer groei door de nieuwe werking van de Jongknapen. Deze groeide in korte tijd, net zoals de andere bannen. Want deze begonnen met het organiseren van werkingen buiten vakanties. De Vlaamse Kerels werd een parochiebond in plaats van een vakantiebond.
Toch kende KSA een moeilijker jaar in 1967 met een dramatische daling van ledenaantal, een halvering naar amper 35 leden. Hierop werd door bondsleider Hugo Trog gereageerd en voerde allerlei grote plannen waardoor KSA weer op het goede pad werd uitgestuurd.
Milieuwerking
KSA had nu definitief de jeugdbeweging aanvaard. Toch bleef ze het dubbelspoor van milieu- en massabeweging volgen. Aan de top werden vanaf 1960 allerlei initiatieven genomen om de vastgeroeste Hernieuwerwerking weer een actiegerichte weg uit te sturen en zo het puur jeugdbewegingskarakter van de meeste groepen te doorbreken. Het besef bleef dat KSA nog steeds een studentenbeweging was. De verantwoordelijkheid lag vooral in het vormen van medestudenten, wat de uitbouw van een gestructureerde en sterke beweging veronderstelde die alle studenten zou kunnen bereiken, een massabeweging.
Ondertussen werd de KSA meer uitgebouwd tot een Nationale KSA. Hieruit werden ook ideeën gegeven. Bijvoorbeeld de kernwerking van de Hernieuwers werd duidelijk gemaakt: herontdekking van de KA-gedachte en ‘gemengde ontmoeting’, over contacten met het andere geslacht. In 1963 stelde men de Hernieuweractiegroepen principieel open voor meisjesstudenten uit VKSJ: die ‘KSJ-ploegen’ werden als ‘gespreks- en actiegerichte leefgemeenschappen’ omschreven. Hernieuwers werden uiteindelijk zelfs aangespoord hun taak als Hernieuwer niet te verwaarlozen door zich te veel in te zetten voor het jeugdwerk.
Sambal
Het uitzicht van KSA Oost-Vlaanderen veranderde ingrijpend in de tweede helft van de jaren 1960. KSA werd een maatschappijgerichte beweging, waarin velen de oude studentenbeweging van weleer niet meer zouden herkennen. KSA-verantwoordelijken hadden sterk het gevoel dat KSA als studentenbeweging haar verantwoordelijkheid in de maatschappij niet uit de weg mocht gaan. Vroeger lag de nadruk op de bewustmaking en de voorbereiding van studenten en scholieren op hun rol in de samenleving, nu kwam een kritische opstelling zich bij het geheel voegen. Veel waarden, normen en stijlelementen werden in vraag gesteld.
Het Sambalprogramma voor de Hernieuwerwerking van 1968 vatte het studiewerk van de voorbije jaren goed samen. Het kernidee van de nieuwe KSA was de radicaal-democratische ingesteldheid van de leden. Hieruit vloeiden dan dingen als gemengde werking. De spanning tussen enerzijds milieuwerking en jeugdbewegingsmethodiek bleef echter bestaan. In zo’n moment werd er gezocht naar een oplossing vanuit het gewest. Eerst werd natuurlijk ook het gewest democratisch ingesteld maar dit leidde er uiteindelijk toe dat er weinig concreet uit de bus kwam.
In het kader van gemengde werking merkte je vooral iets op in de jaren ’60 maar bleef niet lang bestaan want al in de jaren ’70 waren er sporadisch gemengde werkingen.
Heropleving van de jeugdbeweging
Tussen 1968 en 1972 kan men een slingerbeweging constateren. Tussen ’68 en ’70 was men in Gent vooral enthousiast over de herontdekte milieuwerking en het Sambalprogramma. Vanaf 1970 werd het beeld van Hernieuwer weer veranderd om de modernisering van jeugdwerk aan te vullen.
Een mooi voorbeeld hiervan is de introductie van de Leeuwkesban dat eindelijk een vaste plaats kreeg in 1970.
De jaren ‘70: een hoogtepunt in Zwijndrecht
Begin jaren ’70 trekt KSA Zwijndrecht in een nieuw lokaal. Door geslaagde ledenwervingen en dus een stijgend ledenaantal draait onze bond op volle toeren. En in 1974 komt er ook in Zwijndrecht de al bestaande ideeën van een leeuwkesban en gemengde werking door de eerste leidsters. In 1975 braken we een record met 150 leden.
Ondertussen vonden verschillende succesvolle gewestactiviteiten plaats in Zwijndrecht. In mei 1977 zorgde KSA Zwijndrecht voor een primeur: als eerste jongensbond hadden zij nu een bondsleidster aan het hoofd: Rita Heyrman.
1979 stond in het teken van de voorbereiding van het 25-jarig bestaan. Een zware slag was de brand die het lokaal in de as legde op 26 augustus 1979. De rangen werden gesloten voor een nieuwe start. Het feestweekend van 28-30 september 1979 met optreden werd een groot succes. Het oudercomité werkte mee aan het feestweekend en zorgde ook nog voor een nieuw lokaal. Dit werd gevonden bij B.P. Chemicals in de polder. Op 1 februari 1980 vond de openingsreceptie van het nieuwe KSA-lokaal plaats dat nog lang is blijven staan op het binnenplein van Zwijndrecht.
De jaren ‘70: “groey ende bloey”
De activiteiten van de VKSJ-groep werden gestaakt, maar weldra terug opgestart om via een langzame groei in de jaren ‘70 volledig tot bloei te komen begin jaren ‘80. Oud-leidster Lieve Van Goethem bezorgde ons dit relaas van de hand van oud-proost Herman Waterschoot “Daar ik sinds september 1972 ook proost van VKSJ was, heb ik het groeien van deze bond meegemaakt. De meisjesgroep was bij het gewest Antwerpen aangesloten, daar in de naburige gemeenten geen VKSJ-groep te vinden was. KSA was aangesloten bij het Waasland.
Hilde Vanderheyden en Moniek Dhaese leidden de meisjesgroep, die op zaterdagnamiddag bijeenkwam op het jeugdterrein, vooraan, waar ook de KSA zijn heem had. Elk werkjaar werd bekroond met een kamp en nadien kwam een ouderavond waarop de meisjes toneeltjes brachten en dia’s over het kamp werden gegeven. De kinderen werden meestal per personenwagen naar het kamp gebracht en er ook afgehaald. Daarom eindigde het kamp steeds met het aangename en drukke bezoek van de ouders, zodat een leuke afscheidsronde door de kinderen werd verzorgd, gewoonlijk na een gezamenlijke eucharistieviering.
In 1973 maakte ik mijn eerste kamp mee van 1 tot 8 juli met bijna voltallig, 15 meisjes, in Lichtaart, in het heem van de plaatselijke afdeling en met de oud-leidster Margriet Waegemans in de keuken en een kampmis door de nonkel van de kampleidster, E.H. Vanderheyden, pastoor in Peer-Linde.
Op 25 mei 1974 volgde een keurige en aangename ouderavond in het gildenhuis met quiz en toneeltjes, gegeven door de 20 meisjes. Van 30 juni tot 7 juli 1974 gaat het kamp door in Peer-Linde in het parochiehuis van pastoor Vanderheyden voor 25 meisjes met Hilde Vanderheyden en Hermine Bernaers. Een zonnig kamp met een onvergetelijke dagtocht doorheen de Limburgse heide van Meeuwen en Gerdingen. Op de laatste kampdag kwamen veel ouders op bezoek. De keukenlui Adhemar en Maria Cornelis nodigden allen uit voor een lekker middagmaal samen, na een mooie eucharistieviering in het stemmige kerkje van Linde. Een gezellige zeer warme namiddag samen; laat werd de terugreis aangevat. Op 1 september 1974 komen Lieve Van Goethem en Marjan Thiré de leiding vervoegen. Op 12 oktober nam Hilde Vanderheyden afscheid met een uitstap en bezoek aan de abdij van Averbode en een plezierige spelnamiddag in de bosrijke omgeving.
Het ouderfeest van zaterdag 12 april 1975 werd door 24 meisjes verzorgd, waarbij Hilde met bloemen werd bedacht voor haar jarenlange inzet voor VKSJ. Ze kwam echter mee op kamp. Ditmaal van 29 juni tot 6 juli 1975 te Grootlo-Schriek met Marjan, Lieve en Hilde als leiding en als kampmoeders in de keuken Lea en Rosa Vanderheyden. Het derde ouderfeest op vrijdag 28 mei 1976 in het gildenhuis bracht een toneelwerkje door Simmers en Jimmers, dans en zang, en een film van Rik Vanderheyden over het kamp van Grootlo met Hilde, Marjan en Lieve als leiding. In 1976 groeit de groep met een tiental Roodkapjes zodat er een 30 Roodkapjes worden geteld en 12 Jim-Simmers. In die hete zomer van 1976 trekken ze per trein op kamp in het natuurpark Ardennen-Eifel, in de Oostkantons, nog voorbij Sankt-Vith, in één van de 13 gemeenten van Burg Reuland, te Lengeler op een oude boerderij, “een Ferienheim” dat een heuse grote kuis moest doorstaan eer ze er konden intrek nemen. Gelukkig waren er nog grote bossen om zich te beschermen tegen die hete zonnestralen. Alles verliep prima met Hilde, Marjan en Lieve en de technische keukenhulp van Luc Vanderheyden en echtgenote. Op de bezoekdag weer een verzorgde eucharistieviering in een mooi versierd heem. De vierde ouderavond op 13 mei 1977 door Lieve en Marjan geleid, met volksdans, toneeltjes en zang werd een stemmige en vrolijke avond met die prachtige dia’s over het Lengeler-kamp.
In 1977 trokken Roodkapjes, Jimmers en Simmers samen van 1 tot 10 juli naar de Blekersheide te Lommel, dichtbij het Kempisch kanaal op een oude boerderij midden de heide, zonder elektriciteit of comfort. Weer besloot het kamp met de bezoekdag en een eucharistieviering voor meisjes en ouders in openlucht, gevolgd door een gezellig bosspel. Op 12 mei 1978 in het gildenhuis de vijfde ouderavond met kluchten, dans en zang en die dia’s over het kamp van Lommel. Hun kamp ging door te Mol van 2 tot 12 juli. Op een startdag te Antwerpen op 3 september 1978 komt op nationaal vlak de fusie tussen KSA en VKSJ. De Roodkapjes te Zwijndrecht hebben nu Lieve Van Goethem en Marisa Vanhove als leidsters; de Jimmers van 10 tot 14 jaar met Marijs Lesire en de Simmers vanaf 14 jaar met Marianne Thiré, alhoewel meer vergaderingen van Jimmers en Simmers samen worden gehouden.
Roodkapjes en VKSJ groeiden de laatste jaren aan tot een groep van 30 tot 60 meisjes, met elke zaterdagnamiddag werking onder leiding van Marjan Thiré en Lieve Van Goethem en hulpleidsters Marisa Vanhove en Marijse Lesire. Het VKSJ-kamp te Meerhout-Zittart ging dit jaar op het einde van de vakantie door van 20 tot 25 augustus 1979. Het oude lokaal werd te klein. Een oudercomité werd gevormd door Hedwig Van de Velde en andere ouders en op zaterdag 30 juni 1979 werd een eerste spadesteek gezet om een nieuw en ruimer lokaal te bouwen naast het oude. Op 8 december, als sinterklaasgeschenk kon reeds het lokaal in gebruik genomen worden. De inzegening met kruiswijding zou in februari volgen.
VKSJ-leiding 1979-1980:
- Lieve Van Goethem
- Marjan Thiré
- Marisa Vanhove
- Marijse Lesire
- Herman Waterschoot, proost
Oudercomité 1979-1980:
- Hedwig Van de Velde
- Marcel Van Remoortel
- Adhemar De Nijs
- Omer Van Lierop
- Julien Verbraeken
- Rudi Meyntjens
- Jos Van der Borght
Om de kosten van de nieuwbouw te betalen werd op zaterdag 26 januari 1980 in het gildenhuis een welgeslaagd ouderbal ingericht. Het zomerkamp kon dit jaar doorgaan in het prachtige domein “Bos en Brem” te Kasterlee. Van 8 tot 11 november 1980 komen tien Simmers onder leiding van Annemie Bernaers in Kemzeke, naast de pastorie in de Chirolokalen een weekend doormaken.
“Aan alle leidsters en meisjes mijn beste dank voor hun inzet en vreugde, voor alle ouderavonden en kampen en bijeenkomsten. Hun groep heb ik weten groeien tot een heuglijke groep van 60 – 70 kinderen. Proficiat!” (Sint-Niklaas, 1994, Herman Waterschoot, pastoor op rust.)
De moeilijke jaren ‘80
Met de jaren ’80 breekt een moeilijker decennium aan voor KSA Zwijndrecht. Deze jaren worden gekenmerkt door jonge leidingsploegen en vooral een nijpend leidingstekort. Zo wordt het werkjaar 1987-1988 begonnen met slechts 6 leiders. Onze zusterbeweging VKSJ Zwijndrecht raakte ondertussen in nog diepere problemen; in 1990 zou haar werking ophouden met bestaan. Dat jaar zou voor KSA Zwijndrecht een scharnierpunt blijken te zijn. Onze jeugdbeweging beslist namelijk in 1990 om over te gaan naar een gemengde werking. Deze beslissing doet een nieuwe wind waaien; betere tijden breken aan voor KSA Vlaamse Kerels Zwijndrecht.
De jaren ‘80
Over de laatste jaren van VKSJ Zwijndrecht – hoewel de recentste – is ons weinig bekend. Vast staat dat net zoals de Zwijndrechtse KSA-bond VKSJ eind jaren ‘80 moeilijke tijden tegemoet ging. VKSJ Zwijndrecht zou die uiteindelijk niet te boven komen en begin jaren ‘90 haar werking staken. Hoe tragisch deze evolutie ook mag zijn, ze bracht in KSA Vlaamse Kerels Zwijndrecht wel de nodige dynamiek op gang die niet alleen tot de gemengde werking zou leiden, maar ook tot veel diepgaandere hervormingen op vlak van werking en structuur en tegelijk een herbronning teweeg zou brengen. Dit maakt de huidige KSA-bond niet alleen de erfgenaam van de oude Vlaamse Kerelsbond, maar ook van de Zwijndrechtse VKSJ-afdeling, die net door haar verdwijnen een zeer diepgaande invloed heeft kunnen uitoefenen op de huidige KSA-werking.
KSA Zwijndrecht zoals wij het kennen
Gemengde werking
Vanaf 1991 werkt een nieuwe leidingsploeg aan de heropbouw van de werking. Maar liefst zeven Jonghernieuwers en drie leidsters kwamen de leiding vervoegen. De gemengde werking doet haar intrede. Zij wordt trapsgewijs ingevoerd: elk jaar een ban hoger. Ook het niveau van de werking stijgt weer. Een groot deel van leiding trekt weer naar de leidingscursussen van KSJ-KSA-VKSJ Oost-Vlaanderen en er wordt weer meer aandacht besteed aan de werking. Via een tweemaandelijks infoboekje worden de leden op de hoogte gesteld van de werking. Dit alles werpt zijn vruchten af, want vanaf dan begint de beweging weer te groeien.
In het kielzog van de KSA Feesten in 1995 is ook de heropleving van ons aloude tijdschrift ‘Het Daghet’ te vermelden. De gemengde werking is intussen doorgestoten tot de oudere bannen. Een leidingsoverschot zorgt ondertussen ook voor de heroprichting van een Hernieuwerban.
De onthulling van de nieuwe plannen voor een administratief centrum in Zwijndrecht in 1995 zorgen wel voor een kleine aardverschuiving in KSA Zwijndrecht. Het lokaal van de Vlaamse Kerels zou plaats moeten ruimen. Enkele vergaderingen, protestacties en krantenartikelen rijker wordt in 1996 een steuncomité, bestaande uit oud-KSA’ers, ouders en leiders opgericht om de financiering van een nieuw KSA-lokaal op te vangen. Vanaf 1997 zullen zij jaarlijks twee activiteiten organiseren om de bouw van een nieuw KSA-lokaal te kunnen financieren.
Hernieuwde visie
Begin jaren ‘90 maakt de beweging werk van het opsporen van haar basispijlers. Dit weerspiegelt zich in de visietekst. Momenteel heeft elke provinciale werkkring nog altijd zijn eigen financieel en pedagogisch beleid, zijn eigen middelen, zijn eigen wettelijke structuur (vzw). Daarnaast bestaat de nationale werking met haar pedagogische en financiële werking, die meer is dan alleen aanvullend op de werkkringen. Inhoudelijk wordt ook gewerkt aan een duidelijke profilering van onze beweging; in het werkjaar 1992-1993 werd in de beweging zelf werk gemaakt van het opsporen van de pijlers van KSJ-KSA-VKSJ. Dit werk weerspiegelt zich in de visietekst. Deze tekst is bedoeld als leidraad voor het beleid van de nationale beweging en haar vrijwilligers, als spiegel voor de plaatselijke groepen en als visitekaartje voor de buitenwereld.
Die jaren engageerde KSJ-KSA-VKSJ zich actief om haar leden te sensibiliseren over thematieken als multiculturaliteit en kansarmoede. Ook op het vlak van Noord-Zuid werd een duidelijk standpunt ingenomen door de deelname aan Worldshake en de organisatie van een inleefreizen naar Zuid-Afrika en Vietnam, waaraan ook Sarah Vangeel uit Zwijndrecht deelnam.
In januari 2001 publiceerde KSJ-KSA-VKSJ haar Open Brief aan Kerk en Maatschappij. Die kon op veel weerklank rekenen in de pers. Hierin gaf de beweging blijk van haar engagement om actief te blijven binnen de kerkgemeenschap, maar aarzelde ze ook niet om kritische bemerkingen bij kerkelijke standpunten te formuleren. KSJ-KSA-VKSJ is ook een trendzetter in mens- en milieuvriendelijke producten (schoolset, ringmap, sleutelhanger,…) en schone kleren, waar de recente lancering van een eerlijk geproduceerde en milieuvriendelijke fleecetrui blijk van geeft. Een vernieuwde visietekst kwam ter wereld begin 2005.
Diep geworteld in KSJ-KSA-VKSJ
In de jaren ‘90 worden vanuit Zwijndrecht verschillende contacten gelegd met andere groepen. Er wordt ook wat hervormd binnen KSA Zwijndrecht. In 1997 wordt Hans Van Nespen na een rumoerige kadervorming tot bondsleider verkozen. Veel aandacht wordt dan ook besteed aan samenwerking met gewest, provincie en nationaal. In het gewest speelt KSA Zwijndrecht nu samen met KSA Frassati Nieuwkerken en KSA Reinaart Sint-Niklaas een prominente rol. De relatie met de provincie, die voorheen nogal stroef en bij wijle zelfs vijandig was, wordt nu opgeklaard. Stilaan beginnen de Zwijndrechtse KSA’ers ook actief mee te werken aan provinciale activiteiten. Ook wordt er intern heel wat herbekeken. Zo wordt de ledenwerving vernieuwd, wat zich ook laat voelen in de ledenaantallen. De ouderavond daarentegen lijdt onder de jaarlijkse sleur. Na een debacle wordt deze activiteit afgevoerd. Vanaf dan wordt energie gestoken in de KSA-quiz, die door zijn originaliteit steeds meer deelnemers kan bekoren. Kristof De Beer komt aan het roer in 1999 maar moet in maart 2000 de fakkel overdragen aan Stefan Janssens. Dit gebeurt net voor de feesten voor het 45-jarig bestaan sinds de herstichting. Opvolgers zijn Davy De Bock, Nathan De Wilde en Pieter De Decker.
Nauwe contacten binnen KSJ-KSA-VKSJ werpen ondertussen hun vruchten af voor de plaatselijke werking in Zwijndrecht. De uitwisseling met andere bonden en confrontatie met nieuwe ideeën verrijkt de bondswerking en zorgt voor blijvende vernieuwing. Nieuwe leid(st)ers worden steevast gestimuleerd deel te nemen aan KSJ-vormingsinitiatieven. Zwijndrechtse KSA’ers spelen een prominente rol in het gewest Waasland en enkelen stoten ook door naar het bestuur van KSJ-KSA-VKSJ Oost-Vlaanderen en Nationaal. Een leidersoverschot heeft ondertussen tot een heropleving van de Hernieuwerban geleid. Op haar 80ste verjaardag telt KSA Vlaamse Kerels Zwijndrecht ongeveer 180 leden.
De structuur en werking werden grondig vernieuwd:
Oude banindeling:
- Leeuwkes: 6-9 jaar
- Jongknapen: 9-12 jaar
- Knapen: 12-14 jaar
- Jonghernieuwers: 14-16 jaar
- Leiding
Nieuwe banindeling:
- Jongleeuwkes: 6-8 jaar
- Leeuwkes: 8-10 jaar
- Jongknapen: 10-12 jaar
- Knapen 12-14 jaar
- Jonghernieuwers: 14-16 jaar
- Aspiranten: 16-17 jaar
- Hernieuwers: +17 jaar
Vanaf 2003 zijn er weer twee kampen: het Klein Kamp voor de -10-jarigen en het Groot Kamp. Vanaf 2004 is het Groot Kamp een tentenkamp (zonder heem). De groep heeft de laatste jaren immers zwaar geïnvesteerd in Opluchtleven.
De jaren ’00 bouwt verder
Op haar 80ste verjaardag in 2001 telt KSA Vlaamse Kerels Zwijndrecht ongeveer 180 leden. In de jaren 2000 worden de structuur en werking van onze jeugdbeweging geüpdatet naar aanleiding van de nieuwe realiteit: KSA Zwijndrecht is terug een grote jeugdbeweging geworden.
Oude banindeling:
– Leeuwkes: 6-9 jaar (1ste t.e.m. 3de leerjaar)
– Jongknapen: 9-12 jaar (4de t.e.m. 6de leerjaar)
– Knapen: 12-14 jaar (1ste & 2de middelbaar)
– Jonghernieuwers: 14-16 jaar (3de & 4de middelbaar)
– Actieve leiding & Hernieuwers: 16+ jaar (vanaf 5de middelbaar)
Nieuwe banindeling:
– Jongleeuwkes: 6-8 jaar (1ste & 2de leerjaar)
– Leeuwkes: 8-10 jaar (3de & 4de leerjaar)
– Jongknapen: 10-12 jaar (5de & 6de leerjaar)
– Knapen: 12-14 jaar (1ste & 2de middelbaar)
– Jonghernieuwers: 14-16 jaar (3de & 4de middelbaar)
– Aspiranten: 16-17 jaar (5de middelbaar)
– Actieve leiding & Hernieuwers: 17+ jaar (vanaf 6de middelbaar)
De huidige tweekampenstructuur wordt in 2003 terug heropgestart. Het Klein Kamp voor alle leden tussen 6 en 10 jaar wordt namelijk voor het eerst in decennia terug georganiseerd. Deze kampen van 7 dagen worden altijd in Vlaanderen gehouden waar de leden in gebouwen slapen. Vanaf 2004 wordt het Groot Kamp terug elk jaar een echt tentenkamp dankzij een zware investering van KSA Zwijndrecht in Openluchtleven. Deze kampen van 10 dagen worden typischer wijze in Wallonië gehouden voor alle leden van 10 jaar en ouder.
In 2008 wordt een nieuwe ban opgericht voor kinderen van de derde kleuterklas: de Tijgerkes. Voordien sloten zij aan bij de Jongleeuwkes, maar op zo’n jonge leeftijd is het verschil tussen de jaren nog te groot. Wegens een almaar groeiende vraag om vijfjarigen aan KSA reeds te laten deelnemen werd de Tijgerkesban dus in het leven geroepen.
De jaren ’10: laatste aanloop naar & bouw van het nieuwe lokaal
De grootste uitdaging die KSA al jaren te wachten staat is de bouw van nieuwe lokalen. In 2010 komt dit dossier in een stroomversnelling. Enkele oud-KSA’ers zetten hun schouders mee onder dit project. Drie architecten worden aangesteld en er wordt een bouwcomité opgericht om alles in goede banen te leiden. Als juridische structuur werd de vzw Vlaamse Kerels opgericht. Het jaar 2010 kent nog enkele mijlpalen in de recente geschiedenis van KSA Zwijndrecht. In dat jaar werd voor het eerst de jongerenfuif BAM (Booze And Music) gehouden, toen nog in het lokaal op het Binnenplein. Ondertussen hebben er over de jaren heen al meerdere succesvolle edities in Jeugdhuis Den Trechter plaatsgevonden.
In 2011 wordt de naam van de oudste ledengroep, de Aspiranten, veranderd. Deze naam was overgenomen van andere jeugdbewegingen en men wilde deze ban een naam geven die meer bij KSA paste. Vanaf 2011 wordt de oudste ledenban in KSA Zwijndrecht de Vernieuwers genoemd.
In 2012 wordt de beslissing genomen om de Jongleeuwkes- en Leeuwkesbannen op te splitsen. Door het almaar toenemende ledenaantal barstten de jongere bannen bijna uit hun voegen. Wanneer groepen te groot worden, maakt het de werking moeilijker en moeilijker. Vanaf nu zit je niet meer twee jaar in de Jongleeuwkes en Leeuwkes, maar zit je telkens één jaar in de (Jong)leeuwkes Oranje en (Jong)leeuwkes Blauw.
In 2014 vindt de eerste spadesteek voor het nieuwe lokaal plaats, gepaard met een receptie. De nieuwe lokalen in de Richard Orlentstraat worden in ijltempo gebouwd en afgewerkt. Hiervoor kan KSA rekenen op een gemotiveerde groep van medewerkers: oud-KSA’ers, ouders, ouders van oud-KSA’ers en natuurlijk KSA’ers zelf. In april 2016 worden de nieuwe lokalen uiteindelijk ingehuldigd.
In afwachting van het nieuwe lokaal dat er spoedig zou aankomen, zat KSA niet stil. In oktober 2015 werd er nog een wereldrecordpoging tot grootste muntentapijt gedaan door leiding en leden. Jammer genoeg was het wereldrecord de maand ervoor in de Filipijnen verbroken. Het evenement ging desondanks door en was een groot succes, zeker qua media-aandacht. In 2015 werd ten slotte nog de vzw 2070 opgericht. Deze vzw staat juridisch en deels organisatorisch in voor alle grootschalige evenementen van KSA (denk bijvoorbeeld aan de Feesten, BAM, Mosselsouper, …).
In de lente van 2016 kunnen de nieuwe lokalen in de Richard Orlentstraat dus voor het eerst in gebruik genomen worden. Een grote stoet begeleidt de symbolische uittocht van de oude lokalen op het Binnenplein naar de nieuwe lokalen.
In 2017 wordt het probleem opgemerkt dat ook de Jongknapenban door haar stijgende ledenaantal uit haar voegen begint te barsten, zoals het in 2012 reeds bij Jongleeuwkes- en Leeuwkes-bannen was gebeurd. De oplossing die toen zo goed had gewerkt, werd terug aangegrepen: vanaf 2017 zou er zowel een Jongknapen Oranje-ban als een Jongknapen Blauw-ban bestaan. Omdat het naar inziens van de leiding toch belangrijk is om doorheen de jaren contacten te leggen met kinderen van andere jaren, zeker wanneer men ouder wordt, ontstond er een gebruik om tijdens het Groot Kamp in juli toch meerdere activiteiten tussen zowel Jongknapen Oranje als Blauw te organiseren.
In 2018 wordt de kaap van 300 leden in KSA Zwijndrecht bereikt. In datzelfde jaar werden verschillende nieuwe tenten aangekocht met het oog op de kampen. Dit was enerzijds nodig omdat er veel tenten toen hun beste jaren achter de rug hadden en er ook steeds meer leden aan de kampen deelnamen.
De jaren ’20: corona & het heden
Vanaf 2020 breekt niet enkel voor KSA Zwijndrecht, maar voor de hele wereld moeilijkere tijden aan. De coronapandemie slaat toe en bemoeilijkt de werking van de jeugdbewegingen. 2020 wordt gekenmerkt door lockdowns waardoor fysieke vergaderingen verboden worden. Voor de oudere bannen wordt door de gemotiveerde leiding online vergaderingen voorzien om de werking verder te zetten, maar deze vervangen toch niet helemaal wat er zo mooi is aan de jeugdbeweging. Niet enkel de vergaderingen, maar ook de gebruikelijke evenementen kunnen niet doorgaan. De Feesten in april 2020 worden afgelast, alsook BAM en de Mosselsouper in oktober van dat jaar. 2020 kent echter één lichtpunt, de kampen in juli kunnen toch doorgaan (weliswaar in verschillende contactbubbels).
Door creativiteit, flexibiliteit, doorzettingsvermogen en de steun van alle KSA-sympathisanten weet KSA Zwijndrecht zich er door te slaan. Ook in 2021 bleef de coronapandemie de werking van KSA treffen, zij het iets minder hard dan in het jaar ervoor. In februari 2021 wordt de laatste volledige lockdown opgeheven en kunnen fysieke vergaderingen terug doorgaan (met de nodige voorzorgsmaatregelen natuurlijk).
In juli 2021 ziet het er naar uit dat de kampen dat jaar zonder contactbubbels zullen mogen plaatsvinden. Maar ondertussen bereikt er onrustwekkend nieuws uit Wallonië Zwijndrecht. Er vinden daar namelijk gigantische overstromingen plaats en de ravage is groot. Ook het voorzien kampterrein in Couvin raakt twee dagen voor vertrek ernstig beschadigd, Groot Kamp 2021 zal daar onmogelijk nog georganiseerd kunnen worden. De hele leidingsploeg schiet in actie om het Groot Kamp alsnog te redden, met 60+ leiding wordt elke boer in Vlaanderen en nabijgelegen buitenland gebeld met de vraag of ze op korte termijn nog een kampterrein ter beschikking hebben. Die dag nog wordt er over heel Vlaanderen verschillende terreinen bezocht ter inspectie. Een ideaal terrein wordt in Gelrode, deelgemeente van Aarschot, gevonden. Het Groot Kamp is gered!
In oktober 2021 worden ‘gewone’ evenementen terug toegestaan. KSA organiseert Leysens een KSA Feestweekend dat van donderdag tot zondag loopt. De 11de BAM fuif kan ook plaatsvinden. Naar aanleiding van het 95ste jaar bestaan van KSA Zwijndrecht wordt er terug een jubileumbier gebrouwen. Deze keer wordt in samenwerking met brouwerij ’t Paenhuys uit Nieuwkerken-Waas een amber biertje ontworpen; de Mastworp.
In het werkjaar 2022-2023 bestaat de leidingsploeg uit 57 man; 45 actieve leiding, 3 Hernieuwerleiding en 9 Hernieuwers. Het toegenomen leidingaantal komt overeen met het toegenomen ledenbestand. Op moment van schrijven telt KSA Zwijndrecht ca. 310 leden (inclusief leiding). KSA Zwijndrecht is op dit moment nog steeds een bloeiende jeugdbeweging. Iets dat op de KSA Feesten in april 2023 nogmaals in de verf kon gezet worden! Aan het materiaalkot werden extra ruimtes bijgebouwd zodat alle bannen voldoende overdekte speelruimte hebben en er extra opbergruimte voor o.a. materiaal, crea en archief vrijkomt.
Benieuwd naar hoe de huidige leidingsploeg er uit ziet? Neem dan eens een kijkje op onze Wall of Fame!